Pluis

22-10-2023

Een verhaaltje uit de oude doos over een bijzondere 'aanloopkat'.

Pluis


Zo noemde ik hem. Een tweederangs Pers uit de buurt, die regelmatig hier kwam 'gourmetten'.

Vermoedelijk oversteeg de kwaliteit van mijn openbare poezenbistro zijn dagmenu thuis. Hij kreeg thuis vast vieze Variantjes, van die roestbruine stinkbrokjes die zelfs de kraaien laten staan.

En ik had Gourmet. In vier actuele smaken.


De kater -dat werd snel duidelijk, dat hij een man was- moest in een ver kattenverleden als aanstaande showkat geboren zijn. Hij moet ooit vier poten vol carrièrekansen als kattenfotomodel (voor bijvoorbeeld het merk Gourmet) gehad hebben.

En ondanks zijn hedendaagse, door verwaarlozing gehavende uiterlijk, had hij wat mij betreft nog steeds een flagrante x-factor.

Pluis zelf was er, ondanks zijn getekende voorkomen, stellig van overtuigd dat hij nog steeds 'The Man' was. De meningen over Pluis waren verdeeld binnen de buurtkattengroep: hij vond dat hij de opperkat was, de rest van de katten vonden hem lelijk, stom en eng, en eigenlijk helemaal geen kat.


Omdat hij me zo'n voortreffelijke Chef de cuisine vond, bedacht Pluis een tegenprestatie: als blijk van waardering mocht ik zijn Perzische nog-niet-verknipte-kater-urinesproeisel op diverse strategische plekken in het huis aantreffen, en er -dankzij de ontoereikende werking van schoonmaakmiddel- zelfs nog heel lang van nagenieten. Dat waren nog eens cadeautjes.

Zonder de bereiding van zijn niet te stuiten geurpresentjes stonk Pluis ook al. Zijn langharige jas was door weer en wind, maar vooral door de luiheid van zijn eigenaren, gerestyled naar een coup à la Rastaman from Jamaica. De dreadlocks hingen als gebruikt wc-papier aan zijn flanken. Bonken blonde, pluizige extensions, doordrenkt met zijn 'cadeautje'.


Ik mocht Heer Pluis aaien. Graag zelfs.

Als niemand keek dan liet hij zich helemaal gaan. Hij rolde dan op zijn zij, maakte zich zo lang mogelijk zodat ik geen millimeter van zijn lijf zou missen met aaien, en knorde zo hard dat zijn rotte gebit trilde.

Op een dag kreeg ik een idee. Niet bewust, maar meer een instinctieve ingeving. Ik dacht: "Joh, laat ik eens een borsteltje door die vacht halen."

Pluis vond het wel wat. Hij ging ervoor liggen. Heerlijk vond hij het gefriemel aan zijn vacht.

Ik pakte er ook een kammetje bij.

Daar zat ik, middenin de keuken, op mijn gat met gespreide benen, met daartussen Pluis op zijn rug, ook met gespreide benen.

Daar zat ik, de kat van iemand anders te coifferen, zonder toestemming.

Pluis lag als gehypnotiseerd op zijn rug, alsof hij wilde zeggen: "Kijk, daar zitten de ergste klitten."

Die borstel en die kam, dat ging hem niet worden met die klitten. Dus ik pakte een klein schaartje erbij.

Ik begon met de klitten in zijn oksels. Dat waren harde strengen. Het leek op stevig touw. Pluis bleef gewoon stil liggen, dus ik kon prima mijn gang gaan. Tussen zijn tenen zaten ook klitten. Die knipte ik ook af. Nou, dat viel toch niet op zeker? Pluis was overeind gekomen en keek me heel lief aan. Toen ging hij voor de deur staan en ik liet hem naar buiten. Hij liep weg en ik zag toch wel een klein beetje verschil in zijn uiterlijk, vergeleken met toen hij aankwam.

Ik heb er niks over gehoord. Geen boze eigenaren aan de deur.


Pluis bleef langskomen voor een vachtherstelsessie. En ik durfde bij elke sessie steeds meer weg te knippen. Pluis genoot van de vic-behandeling (very important cat), lag netjes stil, en draaide zich op commando om zodat ik bij de andere kant kon.


Het was ook zijn schuld. Doordat hij me zo mijn gang liet gaan verloor ik mijn kniprem. De vierde sessie had ik zoveel weggeknipt dat hij die avond onherkenbaar terug huiswaarts ging.

Ik ben er nooit achter gekomen hoe de eigenaren reageerden bij de aanblik van hun kortgeknipte kat die thuiskwam van zijn ronde.

Pluis heeft niet verklapt dat ik het gedaan had. Gelukkig.

Dus kon ik vanaf dat moment met een min of meer gerustgesteld gevoel Pluis zijn vacht blijven bijhouden. En wat nu zo leuk was: Pluis werd ineens geaccepteerd door de buurtkatten. Die hadden vast zoiets van: 'Oh, jij bent ook gewoon een kat, joh!' En dat na jaren kattendiscriminatie.

Pluis zat veel lekkerder in zijn vel vanaf de ontklitsessies. Letterlijk en figuurlijk.


Bij Pluis thuis was het niet pluis, vermoedde ik.

Pluis hing heel de dag wat verveeld buiten rond, ook met slecht weer. Hij kwam vaak bij me op visite. Hier had ik, zijn 'cadeautjes' buiten beschouwing gelaten, best lol aan hem. Hij kon wel entertainen. En ik kreeg misschien wel aan zijn verstand dat ik al genoeg cadeautjes had gehad, en dat echt niet meer hoefde. Pluis zag dat zelf geloof ik ook wel in. Dit was zijn dagverblijf, dat was nu helder. De andere katten wisten dat hij een medekat was. En hier was Gourmet.

Het was lol, als Pluis er was.

Tot de dag kwam dat hij niet meer kwam.

Nooit meer...


Op een A4'tje achter het raam van een huis een straat verderop zag ik het. Een foto van de jonge Pluis. Een plat, blond, klitloos kattenkoppie met schone ogen. Onder de foto stond de tekst: 'Vermist, Perzische kater', en een telefoonnummer.

Dus hier woonde hij.

Ik besefte me ineens dat hij natuurlijk niet echt Pluis heette.

Misbruik makend van het roddelcircuit in mijn buurt ben ik te weten gekomen dat Pluis was gestolen. Een eerdere Pers van dezelfde mensen, een grijze, was jaren geleden ook gestolen.


Tja...

Daar ben ik over gaan nadenken.

Misschien was Pluis nooit gestolen als hij nog vol klitten en viezigheid zat.

Misschien had Pluis nu wel een veel beter huisje, met mensen die hem goed verzorgden.

Hoe dan ook, ik miste hem wel.

Nog steeds wel.


Het is nu bijna tien maanden geleden dat hij verdwenen is.

Het begint nu weer een klein beetje fris te ruiken overal in huis.

Website design&beheer: Ginet Balistreri
Mogelijk gemaakt door Webnode Cookies
Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin